Wat een contrast met de pieken van de Nordkette: de Patscherkofel is de levenskrachtige en genietersberg van de Innsbruckers. Over zijn hellingen raasde Franz Klammer ooit naar de Olympische zege. Tegenwoordig zweven actieve en recreatieve sporters in de Patscherkofelbaan geruisloos naar de top. En geven zich over aan de mix van snelheidseuforie en ontspanning in ongerepte natuur.
Zoals twee ongelijke broers of zussen staan ze tegenover elkaar. Aan de zijde van de Karwendel van Innsbruck: de rotsachtige Hafelekar, de door steile hellingen gevormde noordelijke berg van de stad. Aan de andere zijde: de Patscherkofel met de spitse zendmast op zijn ronde groene top. Hij is weliswaar nauwelijks 100 meter kleiner dan de tegenover liggende bergtop (Hafelekar: 2.334 meter), maar toch vormt hij een zachte tegenpool in vergelijking tot de steile Nordkette.
De Patscherkofel is een berg met vele gezichten. Wie onthaasting zoekt, vindt dit bij een wandeling door geurende bossen van alpendennen of tijdens de rit met de Patscherkofelbaan. Wie zich op weg naar het dal in de bochten gooit, - of dat nu per bike, bob of op de latten of board is -, raakt in de euforie van de snelheid. Natuur en techniek, zo zegt men, zijn eeuwig met elkaar in een strijd verwikkeld. Op deze machtige waker van Innsbruck reiken ze elkaar verzoenlijk de hand. Wij hebben de berg in zes stations ontdekt.
Patscherkofelbaan: hoger, verder, sneller
Altijd naar het dal: in de sporen van Franz Klammer
Met zijn ronde top werkt de Patscherkofel als het zachtaardige broertje van de Hafelekar. Maar pas op, zijn hellingen hebben het in zich. In 1976 vierde Franz Klammer hier zijn legendarische zege op de afdaling. Met een recordtijd van amper 106 seconden veroverde hij de rond drie kilometer lange afdaling en werd tot skiheld van Oostenrijk. Elk jaar volgen ambitieuze en recreatieve skiërs de pionier van toen naar het dal: het Olympische parcours is één van de langste (en meest schilderachtige) afdalingen van Tirol. Het voert over 1.000 hoogtemeters door bebost terrein tot aan het dalstation van de Patscherkofelbaan in Igls.
Trouwens: niet alleen dalen steeds meer sporters in korte bochten vanaf de Patscherkofel af, maar zij wandelen tijdens een skitoer ook de berg op naar boven. En ook in het warme seizoen kun je via bospaden, trails naar het dal curven. Bijvoorbeeld met de mountainbike vanaf het bergstation naar beneden naar Igls.
Bobsleebaan: kunstijs, echte adrenaline.
Op het eerste gezicht is Igls één van de vele idyllische dorpen rondom Innsbruck – maar deze plaats heeft ook een wilde kant: liefhebbers van spanning en avontuur worden naar de bobslee-, rodel- en skeletonbaan in Igls getrokken. Ooit gebouwd voor het begin van het tijdperk van het kunstijs voor de Olympische Winterspelen in 1964, voor de Spelen in 1976 gerenoveerd en in 2004 door een algemene renovatie gegaan, zorgt het legendarische ijskanaal op een 1.200 meter lang traject voor kippenvel. En dat niet alleen als toeschouwer: wie durft, kan de euforie van de snelheid aan den lijve ondervinden. In de winter nodigen ervaren piloten gasten uit voor een supersnelle toer. Met maximaal 115 km/uur jaagt de wedstrijdbob door het kunstijskanaal. En in de zomer? Dan gaat het in plaats van op glijvlakken pijlsnel op banden door de 14 bochten.
Bijzondere durfals wagen zich (in de winter) in de wok: in de “vierpersoons-schotel” schieten de teams bij de wokrace met snelheden tot 90 km/uur naar het dal. De ideale uitdaging voor iedereen die houdt van adrenaline. Wie de supersnelheid liever vanaf de tribunes wil ervaren, is bij de jaarlijkse WK-wedstrijden rodelen en bobslee als toeschouwer opgewonden van de spanning.
Alpentuin: noten van edelweiß en gentiaan
Direct naast het bergstation van de Patscherkofelbaan ligt de hoogste botanische tuin van Oostenrijk. Op bijna 2.000 meter onderhoudt de universiteit Innsbruck op 1,5 hectare een groene collectie aan natuurschatten: direct gelegen aan de bosgrens, groeien edelweiß, gentiaan en alpenaurikel naast dwergstruikheide en kruidige struiken. Daartussen: exotische gebergteplanten uit de Himalaya. In juni bedekken de bloeiende alpenrozen (giftig) de Patscherkofel met oplichtende lila bergweides. Via de rondwandelweg ontsluit zich in enkele passen de veelzijdigheid van de alpiene plantensoorten uit de hele wereld.
Wandelen in het oudste alpendennenbos van de Alpen
Men kan letterlijk voelen, hoe de tijd langzamer gaat: wandelen is één van de meest verheffende belevenissen in de Alpen. Des te meer, als het pad door één van de grootste alpendennenbossen van Europa voert: in 1942 werd het bestand op de Patscherkofel als beschermd natuurgebied aangewezen. Het is echter beduidend ouder. Vele van de knoestige pijnbomen bestaan sinds 250 jaar. Het oudste exemplaar wordt op 700 jaar geschat. De boom moet al manshoog zijn geweest, toen in het jaar 1337 de honderdjarige oorlog uitbrak.
De "Zirbenweg“ naar Tulfes voert vanaf het bergstation van de Patscherkofelbaan direct in het rijk van de "koninginnen van de Alpen“, zoals de altijd groene reuzen ook worden genoemd. Het pad verloopt door bosschages van kruipdennen, alpiene grasvlaktes en velden van grote stenen en puin uit de ijstijd – en openbaart telkens weer het panorama-uitzicht over Innsbruck. De markante, heilzame geur van de alpendennen is daarbij een constante begeleider op de route.
Wist u dat ...
... de oudste alpenden in het bos van alpendennen op de Patscherkofel ongeveer 700 jaar oud is?
Panoramabaan: met de "Igler" naar Igls
Reeds gebouwd in het jaar 1900, biedt de Innsbrucker middelgebergtebaan (lijn 6) een bijzondere gelegenheid, om noodzaak met het majestueuze uitzicht op de Nordkette en Patscherkofel te verbinden. Of men zich na een snelle biketocht een dag rust gunt of zich voor de bestorming van de top een beetje in acht wil nemen: de comfortabele wagons van de "bostram“ – de "6“ –, zoals de lokale bevolking haar noemt, zijn de ideale plek om achterover te leunen. Rustig rolt de rode rups dagelijks voor het grandioze panorama van de eindhalte van lijn 1 Bergisel door de bossen ten zuiden van Innsbruck tot aan het stadsdeel Igls. En weer terug.
Niet razen maar rusten: almen en hutten op de Patscherkofel
Hoe zei Demokrit het ook alweer? "Een leven zonder feesten is als een lange wandeling zonder pauze“. De Griekse natuurfilosoof zou intens hebben genoten van een uitstapje naar de Innsbrucker berg. Hoezeer de Patscherkofel de berg voor actie van de Innsbruckers is, zo is hij ook een plek van rust en pauze. En dat midden in het land van de melk- en meelspijzen.
Drie tips: