Tochten naar de Bergtoppen

Eerst als naar de Zischgeles op weg nr. 32 tot aan de vertakking (wegwijzer). Dit gedeelte legt u in ongeveer twee uur af. Vervolgens rechts omhoog via de oostrug in vele bochten tot aan het kruis op de top.

Daalt u van Praxmar af in het dal, steek de Melach over en volg aansluitend kort de Lüsenser Straße naar het zuiden. Dan naar het oosten links afbuigen (wegwiizer). De weg voert door het bos omhoog, langs de almen Gallwieser en Aflinger (beide geen horeca). Tien minuten boven de Aflinger alm gaat het in zuidoostelijke richting naar de Gallwieser Hochleger. Kort daarvoor links afbuigen en over een kleine bergrug in bochten omhoog naar Sömen. Ten slotte zuidelijk het verloop van de flank volgen naar het kruis op de top. Boven wacht een prachtig uitzicht rondom. De afdaling volgt ofwel zoals de beklimming of in oostelijke richting omlaag naar de Potsdamer Hütte in het Fotschertal op 2.009 meter boven zeeniveau.

Er wordt gestart bij de parkeerplaats in Praxmar naar het zuidwesten op het pad ten noorden tot het Kamplloch. Naar het noorden buigt het pad uiteindelijk af in enkele steile bochten omhoog naar het Sattelloch. Door deze bergkom in zuidwestelijke richting omhoog naar de noordelijke flank. Vervolgens over rotsblokken tot aan de top van de Zischgeles. Voor de terugweg kunt u dezelfde weg terugnemen of, als u een rondwandeling wilt maken, het pad richting Oberstkogel kiezen, dat eenmaal kort met een ketting gezekerd is. Onderaan de Oberstkogel langs frisgroene berghellingen tot de Dreizeiger met drie grote stenen mannen. Verder naar beneden, het pad volgen naar Praxmar langs de Schefalm naar het uitgangspunt. De naam Zischgeles komt van „Franziskus“ en diens Tiroolse koosnaampje „Zischg“.

Er wordt gestart bij de parkeerplaats in Praxmar richting Schefalm. Vanaf daar volgt u het pad naar de Oberstkogel. Onderaan de Oberstkogel gaat u verder naar de top van de Zischgeles. Via dezelfde weg terug of via de rondtoer in enkele steile bochten naar beneden naar het Satteljoch en Kampljoch terug naar het uitgangspunt. De naam Zischgeles komt van „Franziskus“ en diens Tiroolse koosnaampje „Zischg“.

Vanaf de Grieser kerk gaat u 200 meter tot aan de aftakking Heuriesenweg. Deze volgt u in steile haarspeldbochten naar het noorden, eerst door het bos, naar de Sonnbergmähder omhoog. Vanaf hier, op eerst een comfortabel, later steil pad, via Hirscheben naar de top van de Rosskogel met prachtig uitzicht rondom op de Kalkalpen van Noord-Tirol, het Inntal, de Stubaier, Ötztaler en Tuxer Vooralpen. Afdaling via het Kögele naar St. Quirin en Sellrain (nr. 11).

Uitgaand van Kühtai, rijdt u naar beneden richting Ötz, aan het begin van het dorp Ochsengarten omhoog in de richting Sattele in de gemeente Haiming. Direct op het hoogste punt bevindt zich de parkeerplaats.Vanaf daar gaat het met geringe stijging over een bosweg naar de Feldringalm en vanaf daar verder over een pad dat goed bewegwijzerd is, uit het bos, steeds in oostelijke richting, naar de Faltegartenköpfl. De top zelf verrijst als hoge rots vanuit de brede bergrug omhoog. Des te verrassender geniet u van het heerlijke uitzicht op het Inntal, het Mieminger Plateau en de daarachter oprijzende Mieminger bergketen. Terug via dezelfde route.

Beginnend van St. Quirin in Sellrain, volgt u de borden aan het begin van het bospad westelijk van de kerk. U gaat direct van de bosweg over het pad door het bos omhoog naar Meils. Een brede bergrug leidt u constant naar het westen, steeds met uitzicht op de Rosskogel. Langzaam en slechts licht stijgend, gaat het over prachtige almgronden in de richting van de top. Op ongeveer 2.400 meter verlaat u de flank en gaat u over op het pad naar de zuidzijdes van de Rosskogel tot de top. De tocht is vanwege de landschappelijke schoonheid en het heerlijke uitzicht rondom, vooral richting Innsbruck en in het Inntal, een absoluut hoogtepunt.

Vanuit St. Sigmund naar het Gleirschtal. Voor de Gleirschalm links steil omhoog naar de top van deze berg met mooi uitzicht.

Vanuit St. Sigmund naar het Gleirschtal tot voor de brug wandelen. Deze niet oversteken en op de linkerzijde van de beek verder, tot tegenover de boerderijen van Gleirsch opduiken. Verder op het rechter pad blijven, steil omhoog klimmen naar de Mute (Mut).

Vanaf de parkeerplaats Gleirschalm volgt u in het gunstigste geval met de fiets de geasfalteerde straat naar de Gleirschalm en verder via de bosweg dalinwaarts. Vanaf ongeveer 1.750 meter wordt de weg steil en ruw, vanaf hier gaat u het beste te voet verder. Na ongeveer 2,5 uur heeft u de Pforzheimer Hütte bereikt. Van de hut gaat het verder naar het zuidwesten in de Walfeskar. In de kaar aangekomen, moet u heel steil aan de zuidzijde diverse honderden hoogtemeters klimmen tot u een graatkant bereikt, vanwaar u het kruis van de „Zwieselbacher“ goed kunt herkennen. Een paar meter afdalen in de richtung Kraspesferner en in een wijde boog naar het zuidwesten omhoog naar de top. Retour via dezelfde weg.